- 14 -
Gods wet is onze bescherming tegen het kwaad.
Wie dan één van de kleinste
dezer geboden ontbindt
en de mensen zo leert, zal
zeer klein heten in het Koninkrijk
der hemelen.”
Matt 5:19 Dat wil
zeggen,
hij zal daar geen plaats
hebben.
Immers hij die opzettelijk
één gebod breekt, houdt zich in de
geest aan geen van de geboden.
“Wie de gehele wet houdt, maar op
één punt struikelt, is schuldig
geworden aan alle.”
Jac 2:10
Het is niet de omvang van de daad
van ongehoorzaamheid die de zonde
uitmaakt, maar het feit dat
afgeweken wordt van Gods uitgedrukte wil in de kleinste bijzonderheid; immers dit toont aan dat er
nog gemeenschap bestaat tussen de
ziel en de zonde. Het hart is verdeeld
in zijn dienst. Er is een feitelijk
ontkennen van God, een opstandigheid tegen de wetten van Zijn
heerschappij.
Indien de mensen vrij
zouden zijn, om af te wijken van de
eisen des Heren, en voor zich zelf
een maatstaf voor hun plicht aan te
leggen, zou er
een verscheidenheid
van maatstaven zijn aangepast aan
de verschillende instellingen van de
mensen, en de heerschappij zou uit
de handen des Heren genomen
worden.
De wil van de mens zou
boven alles gesteld worden, en de
hoge, heilige wil van God, Zijn
liefdevolle bedoeling jegens Zijn
schepselen, zou onteerd en
veronachtzaamd worden.